Om de redenen voor het knipperen van een spaarlamp te begrijpen, moet u de structuur ervan in de meest algemene termen begrijpen. Dit elimineert die storingen of tekortkomingen die een dergelijk onaangenaam effect veroorzaken.

Spaarlampen zijn door hun unieke eigenschappen niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Maar veel gebruikers zijn ontevreden over het feit dat hun lichtbron constant knippert en dit heeft niet het meest gunstige effect op prestaties en comfort. Experts zeggen dat sommige oorzaken van flikkering snel kunnen worden geëlimineerd. Maar soms is het nodig om de lamp te vervangen door een betere.
Het principe van het apparaat van spaarlampen:
Het belangrijkste verschil met conventionele is de afwezigheid van een gloeidraad en de aanwezigheid van een diode en een condensator. In deze lampen zit een gas waarin door het potentiaalverschil de elektronen gloeien. Als een conventionele gloeilamp, wanneer uitgeschakeld, zwakker begint te gloeien totdat de manifestaties van licht volledig verdwijnen, dan is de situatie anders bij een spaarlamp. Het heeft drie (en niet twee, zoals in de gebruikelijke) werkstatussen:
- uit (geen voeding);
- aan (stroom wordt geleverd);
- knipperend (het lampje wordt van spanning voorzien met een onvoldoende volume om het in te schakelen);
Deze lichtbron dankt de derde fase van zijn werk aan de ingebouwde condensator. Hij is het die een kleine stroom opbouwt en na een bepaalde tijd oplaadt. Hierdoor gaat de lamp knipperen en wordt de condensator ontladen. Verder begint het proces opnieuw.
Oorzaken van knipperen en hoe deze te verhelpen
Als een kleine, maar nog steeds een stroom aan de condensator wordt geleverd, is hij degene die de oorzaak is van het knipperen. Een veelvoorkomende reden om een spaarlamp van een kleine spanning te voorzien is een kenmerk van het apparaat met een indicatielampje. Het werkt zelfs als de schakelaar in de uit-stand staat. Hier lekt de stroom naar de condensator van de lamp.
De eenvoudigste manier om de situatie op te lossen, is door een gewone gloeilamp in de kroonluchter te schroeven, samen met spaarlampen. Zelfs een laag vermogen zal voldoende zijn om het energieverbruik te verhogen: de spanning die wordt geleverd via de achtergrondverlichting van de indicator wordt niet geabsorbeerd door een condensator, maar door een gewone lamp. Zo stopt het energiebesparende flikkeren.
Als er maar één lamp is en er is nergens een extra lamp te schroeven, dan kun je de andere kant op: soldeer een weerstand van 10-20 kOhm parallel aan de cartridge zodat er overtollige spanning doorheen stroomt. Maar deze methode is niet voor iedereen geschikt. Voor de meeste mensen is een andere toegankelijker: koop een gloeilamp van hoge kwaliteit die niet knippert. Er zijn zulke.
Voor degenen die goed thuis zijn in elektriciteit, zal het niet moeilijk zijn om de fase en nul op het dashboard opnieuw aan te sluiten, aangezien de tweede reden voor het flikkeren van een spaarlamp een onderbreking van de indicatorschakelaar van niet-fase kan zijn, maar nul. U kunt erachter komen met behulp van een speciale schroevendraaier, die de aanwezigheid van spanning aangeeft. Er is ook een makkelijkere uitweg: een hapje eten op de indicatie-LED. De schakelaar staat uit, maar het knipperen van het spaarlampje stopt.